Loading
Posts tonen met het label technologie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label technologie. Alle posts tonen

Plasma schermen

De technologie
Een plasmascherm is een met gas gevuld paneel waarin het gas cellen doet oplichten. Door elektrische pulsen verandert dit gas in plasma, dat fosfordeeltjes oplicht en zo beeld weergeeft.Meer info over deze technologie vindt je onderaan.

Geschiedenis
Van alle flat-panels is het wellicht de oudste technologie. Het eerst plasma scherm werdt in 1964 ontwikkeld. Het kwam er als een eenvoudig monochroom beeldscherm dat relatief betrouwbaar was. Er waren weinig snufjes aan en bovendien was het scherm zelf digitaal en dus gemakkelijk aan te sluiten in tegenstelling to analoge buildbuismonitors. Deze schermen waren vooral geliefd bij de eerste computerbezitters, toen vaak universiteiten. In de jaren '70 werdt plasma voor een korte tijd commercieel populair. Dit veranderde echter snel toen de goedkopere kleurenbeeldbuis op de markt kwam. In de jaren ‘80 lanceerde IBM het plasmascherm opnieuw, maar niet met het gewenste succes. De productie van plasmaschermen werd al snel verkocht aan een klein bedrijfje en de computergigant leverde voortaan enkel beeldbuismonitors.
Het was pas in 1992 dat plasma terug uit de doden opstond. Toen toonde de Japanse firma Fujitsu hun prototype van een kleuren plasmabeeldscherm. Het paneel had nog enkele tekortkomingen (zoals een korte levensduur) maar niettemin was de interesse bij de (Japanse) elektronicafabrikanten opnieuw gewekt. Het bedrijfje dat IBM’s plasmatechnologie voor een appel en een ei had bemachtigd werd al snel door Panasonic overgenomen. In 1997 werden de eerste plasmapanelen voor het grote publiek op de markt gebracht. Met hun grote lichtopbrengst, goede kleuren en snelle respons moesten ze niet onderdoen voor een traditionele beeldbuis en hun geringe dikte maakte ze al snel populair. De verkoop liep goed, met enkel de toen nog relatief hoge kostprijs als belemmerende factor. Het mooie liedje duurde echter niet zo lang. Rond de eeuwwisseling kwamen de eerste kapers op de kust: TFT LCD. Vanaf 2007 kwamen de plasma-schermen terug op de markt en boert de verkoop van plasmatelevisie.

De trend
Het was pas in 1992 dat plasma terug uit de doden opstond. Toen toonde de Japanse firma Fujitsu hun prototype van een kleuren plasmabeeldscherm. Het paneel had nog enkele tekortkomingen (zoals een korte levensduur) maar niettemin was de interesse bij de (Japanse) elektronicafabrikanten opnieuw gewekt. Het bedrijfje dat IBM’s plasmatechnologie voor een appel en een ei had bemachtigd werd al snel door Panasonic overgenomen. In 1997 werden de eerste plasmapanelen voor het grote publiek op de markt gebracht. Met hun grote lichtopbrengst, goede kleuren en snelle respons moesten ze niet onderdoen voor een traditionele beeldbuis en hun geringe dikte maakte ze al snel populair. De verkoop liep goed, met enkel de toen nog relatief hoge kostprijs als belemmerende factor. Het mooie liedje duurde echter niet zo lang. Rond de eeuwwisseling kwamen de eerste kapers op de kust: TFT LCD. Vanaf 2007 kwamen de plasma-schermen terug op de markt en boert de verkoop van plasmatelevisie achteruit. Voor ieder plasmascherm dat vandaag wordt verkocht, gaan er tien lcd's de deur uit.

De troeven
Het contrast. Een plasmascherm is eigenlijk een grote oppervlakte vol piepkleinde lampjes. Iedere pixel die het beeld helpt opbouwen, is zo'n lichtpuntje dat aan en uit kan worden gezet. Bij LCD staan de lampen die voor het licht zorgen, altijd aan. Bij een plasmascherm is het zwart dus iets zwarter (het 'lampje' op de plaats van de zwarte pixel staat uit) en het contrast hoger. Ook de nuance tussen de kleuren is groter dan bij LCD-schermen.

Voor en nadelen
Een plasma-scherm verbruikt meer elektriciteit dan lcd. Anderzijds getroosten de fabrikanten zich de jongste tijd grote inspanningen om dat verbruik terug te dringen. Zo verbruiken de nieuwste plasma-televisies van Panasonic nu precies de helft minder dan pakweg anderhalf jaar geleden. Maar in de eindafrekening verbruikt plasma toch nog altijd meer. Hoeveel? Dat is moeilijk te zeggen. Heeft een lcd-scherm een vast verbruik, dan spreken we bij plasma van gemiddelde waarden. De lichtpunten staan immers niet altijd aan.

Voordelen:
- De plasma-tv geeft duidelijk, scherp en rustig beeld weer
- Plasma-tv’s zijn leverbaar tot in zeer groot formaat
- Bij plasma-tv’s heeft u goed beeld vanuit elke kijkhoek.

Nadelen plasma-tv:
- Plasma-tv’s zijn zware televisies: let hierop als u de plasma-tv wilt ophangen
- De plasma-tv is niet in kleine maten leverbaar
- Kijk bij een plasma-tv vooral in het begin uit voor het ‘inbranden’ van de beelden. Dit gebeurt als u te lang stilstaande beelden op uw scherm heeft staan, zoals teletekst. In het menu van de plasma-tv is meestal is er een optie aanwezig om dit te verhelpen.
- Met plasma-tv’s heeft u vaak last van lichtweerkaatsing: dit is vervelend als u overdag of in felverlichte ruimte tv wilt kijken
- Plasma-tv’s zijn duurder dan lcd-tv’s
- Plasma-tv’s hebben een wisselend energieverbruik: bij donkere beelden verbruikt een plasma-tv minder energie dan een lcd-tv, maar bij heldere, lichte en kleurrijke beelden schiet het verbruik omhoog.


MEER INFO OVER HOE PLASMA-TECHNOLOGIE WERKT
Iedere pixel in een kleuren plasmascherm bestaat uit drie gegroepeerde subpixels, eentje voor elke
basiskleur. De subpixel is in feite een minuscuul vaatje, dat vooraan afgesloten is door een glasplaat en verbonden is met twee elektrodes (één vooraan, één achteraan). In het vaatje vinden we een bepaalde combinatie van edelgassen, meestal neon en xenon. De randen van het vaatje zijn voorzien van gekleurde fosfor, dezelfde fosfor die ook de kleuren in een beeldbuis genereert. Wanneer de beide elektroden onder spanning komen te staan wordt het edelgas in de subpixel elektrisch geladen en stoot het elektrisch geladen deeltjes uit. Deze deeltjes botsen op de gekleurde fosfor waardoor deze gekleurd licht begint uit te stralen.

Een soortgelijk werkingsprincipe vinden we overigens in ieder huis terug: spaar- en TL lampen werken identiek hetzelfde, zij het op grotere schaal. De kleur van de fosforlaag is hier meestal wit, waardoor ook het uitgestraalde licht wit is. Verander de kleur van de fosfor en ook het uitgestraalde licht zal van kleur veranderen. Het voordeel van de plasmatechnologie is dat de intensiteit van iedere subpixel apart geregeld kan worden.

SED schermen

Over SED, dat voluit voor Surface-conduction Electron-emitter Display staat (godzijdank dat er afkortingen bestaan), is al heel wat inkt gevloeid. Niet alleen journalistieke inkt, maar ook veel juridische alsook drukinkt voor bankbiljetten. De ontwikkeling van de SED technologie, die de goede eigenschappen van beeldbuistelevisies naar de flatpanel wereld moet halen, heeft er dan ook al een lange weg op zitten. De grondslag werd in 1986 door Canon gelegd. In 1999 kondigde deze firma aan nog dat jaar de eerste SED beeldschermen op de markt te brengen. De deadline kwam en ging voorbij, zonder dat ook maar één beeldscherm het levenslicht zag.

Canon gaf echter niet op, en in 2004 ging het een samenwerking met Toshiba aan. De twee bedrijven kondigden aan in 2005 met de commerciële productie van SED beeldschermen te beginnen. De deadline kwam en ging voorbij, opnieuw zonder ook maar één SED beeldscherm.

De investeerders begonnen zich na 2005 ernstige vragen over de levensvatbaarheid van de technologie te
SED prototype
stellen. Toshiba paaide ze door op de CES beurs van 2006, hét mekka van beeldschermtechnologie, enkele prototypes ten toon te stellen. Het bedrijf kondigde ook aan in juli van 2007 de productie op te starten, en deze keer voor echt. Eind 2006 moest Toshiba echter kleur bekennen: het Japanse bedrijf zag geen commerciële toekomst meer voor de technologie en verwachtte dat SED enkel in dure, professionele apparatuur een toepassing zou vinden.

In datzelfde jaar kreeg de technologie nog een opdoffer. Applied Nanotech, een bedrijf dat zich specialiseerde in nanotechnologie, begon een rechtszaak tegen Canon, dat technologie van AN in hun SED technologie gebruikte. Volgens AN had Canon de overeenkomst tussen de twee bedrijven overtreden door de technologie van de eerstvernoemde ook met Toshiba te delen. De rechtszaak is nog steeds hangende, maar lijkt hoe langer hoe meer in het nadeel van Canon uit te draaien. Het bedrijf heeft al alle aandelen van Toshiba in de SED samenwerking moeten uitkopen en zal daarbovenop ook een boete van 5,5 miljoen dollar moeten betalen.

Op de CES beurs van 2007, een jaar na de triomfantelijke introductie, waren de SED beeldschermen van de beursvloer verdwenen. Canon heeft de introductie in juli geschrapt en verwacht nu omstreeks december de eerste modellen productieklaar te hebben. Ze mikken niet meer op de gewone consument, maar enkel op de professionele markt.

Sony onderzoekt momenteel een gelijkaardige technologie, FED genaamd, maar ziet er weinig potentieel in. Meer hierover vindt je onderaan deze pagina.

De technologie
Ondanks alle tegenslagen die SED te verwerken kreeg is het al bij al een interessante technologie. Een journalist omschreef het ooit als ‘de mooiste doodgeboren technologie die je ooit zag’. SED combineert de voordelen van de beeldbuis, zijnde een zeer groot contrast, snelle responstijd, hoge helderheid en volle kleuren, met afmetingen die een flatpanel benaderen.

Om te begrijpen hoe SED werkt bekijken we vlug even hoe een beeldbuis, of beter, een kathodestraalbuis (Cathode Ray Tube, CRT) werkt. Een beeldbuis is in feite niets meer dan een kanon dat elektronen aan lichtsnelheid tegen de achterkant van het beeldscherm schiet. Die achterkant is besmeerd met een fosforlaag en licht op wanneer er een elektron tegen aan botst. Door de elektronen met magnetische velden te sturen kan er zo een beeld op de fosforlaag ‘getekend’ worden.

SED doet hetzelfde, maar dan op een microscopische schaal. Iedere pixel in een SED beeldscherm bestaat uit een beeldbuisje met een diameter van enkele nanometers groot. De achterkant van de glasplaat (van het beeldscherm) is opnieuw bestreken met fosfor. Wanneer een elektron uit een beeldbuisje geschoten wordt en op de fosforlaag belandt zal de pixel oplichten. Wordt het buisje niet geactiveerd blijft de pixel zwart.

Verschil in zwartniveau en contrastratio
tussen plasma, SED en LCD
Dit principe heeft onmiddellijk al één voordeel: zwart is écht zwart. Daar waar bij een LCD zwart eerder
grijs zal zijn is bij SED een uitgeschakelde pixel helemaal géén licht uitstralen. Het contrastratio scheert hierdoor hoge toppen: 50.000:1 waar LCD met moeite aan 3.000:1 geraakt. Ook het aan- en uitschakelen gaat heel wat sneller dan de relatief trage LCD pixel: een SED emitter heeft een reactietijd die onder 1 milliseconde ligt. Als laatste is er ook een relatief hoge lichtopbrengst, wat voor heldere kleuren zorgt.
Alhoewel SED met hoogspanning werkt (10.000V) beweert Canon dat het energieverbruik lager ligt dan bij een LCD scherm van dezelfde grootte.

Zijprofiel

Naast de voordelen zijn er ook wat nadelen aan SED verbonden. Net zoals bij beeldbuizen bestaat de kans
dat het beeld zich in de fosforlaag brandt. Ook nemen de beeldbuisjes wat plaats in, waardoor een SED beeldscherm niet superdun is. De dikte is echter nauwelijks meer dan een standaard plasmabeeldscherm. De prijs staat nog niet vast, maar omdat Canon nu enkel op de professionele markt mikt mag je je aan een bedrag met een aantal nullen verwachten.

Sony onderzoekt momenteel een gelijkaardige technologie: FED ofte Field Emission Display. Dit maakt gebruik van ‘kegeltjes’ in nanoformaat, in plaats van de nanobuisjes bij SED. Er zijn meerdere kegels per pixel, in plaats van één buisje per pixel. Dit verbetert de eigenschappen van SED en zorgt dat het beeldscherm ook beter om kan met resoluties die van de standaard nativeresolutie afwijken. Sony is momenteel (nog) niet van plan hier commerciële producten rond te maken.

Voor en nadelen
Heldere, rijke kleuren
Prijskaartje nog niet gekend.
Zeer hoog contrast
Releasedate nog niet gekend
Zeer lage responstijd
Fosfor burn-in
Verbruik ?
Enkel voor professionelen

Conslusie
Sommige zaken lijken vaak te mooi om waar te zijn, en ook SED is in dit bedje ziek. De technologie is op papier prachtig en de resultaten van de prototypes mochten gezien worden. Helaas deden ontwerp- en productieproblemen en -kosten Canon de das om. Eind 2007 zouden we dan toch dergelijke beeldschermen op de markt moeten zien, ruim acht jaar na de originele introductiedatum, zij het enkel voor professionele gebruikers. Believers hopen dat, eens de productie op tempo zit, de prijzen zo zullen dalen dat ook gewone consumenten een SED beeldscherm kunnen aanschaffen. Helaas heeft de concurrentie de voorbije acht jaar ook niet stil gezeten en dreigt SED op de consumentenmarkt overklast te worden door de technologieën die we hierna bespreken.

OLED schermen

Sony Xel 1 Oled
Terwijl de nieuwste televisieschermen zweren bij LED-technologie, staat er een volgende soort tv's klaar: de
OLED-schermen zouden over een paar maanden massaal in de toonzaal kunnen verschijnen.

OLED is een vernieuwende schermtechnologie die bestaat uit organische polymeren. Die lichten op als ze onder spanning komen te staan. Anders bekeken: de beeldpuntten geven zelf licht.

Sony en Samsung lieten echter eerder al een OLED-scherm zien, en nu lanceert ook LG er eentje. 'Eentje', want OLED-schermen zijn voorlopig nog heel klein. In het geval van dit scherm van LG is dat 15 inch. De OLED-technologie begint immers nog maar pas te ontluiken en wordt bovendien vooral in kleine display's gestopt, zoals gsm's of fototoestellen.

Optimus Maximus toetsenbord
Anderzijds gaat de ontwikkeling snel: bij de lancering van deze 15 inch belooft LG dat het al 'heel ver' staat met de ontwikkeling van een scherm van 40 inch, en dat we het toestel in de nabije toekomst in de winkel mogen verwachten.

De 15 inch van LG wordt nog voor het eind van het jaar geïntroduceerd in Korea, daarna in de rest van de wereld.

In tegenstelling tot LCD is er geen achtergrondverlichting nodig. Het scherm verbruikt dan ook minder elektriciteit. Bovendien kan ieder beeldpunt van extreem helder tot helemaal uitgeschakeld zijn, wat resulteert in een ongelooflijk scherp contrast. Daarbij komst dat zowel kleurenweergave als responstijd (de snelheid waarmee het beeld wordt opgebouwd) beter zijn dan bij de huidige generatie tv-schermen. OLED-schermen zijn ook veel dunner en daardoor mooier.
Grootste nadeel is momenteel de prijs. Het scherm van 11 inch van Sony, de XEL-1, kost zo'n 3000 euro. Pas als de technologie helemaal doorbreekt, zal daar soelaas in komen. Voorts zijn er vragen over de levensduur van een OLED-scherm, die korter zou zijn dan de flat-screens die nu het meest gekend zijn zoals plasma, LCD, en LED-LCD.

De OLED technologie heeft, net zoals LTV en SED, de laatste tijd een hype rond zich gekend. Het verschil met die twee andere technologieën zit hem echter in het feit dat OLED al concrete resultaten heeft kunnen voorleggen en voor sommige toepassingen zelfs al commercieel beschikbaar is. OLED beeldschermpjes kan je nu al terugvinden in de MP3-spelers van Sony en Creative, de GSM’s van Sony Ericsson en Motorola, digitale camera’s van Kodak, … Ook zouden de nieuwe generatie iPod’s met een OLED schermpje komen en wie heeft er ondertussen nog niet gehoord van een Optimus Maximus keyboard waar iedere toets een programmeerbaar OLED schermpje bevat van 48x48 pixels...

De ontwikkeling van OLED is echter nog steeds in volle gang. Bedrijven zoals Samsung, LG.Philips en Sony onderzoeken een schare aan nieuwe toepassingen, waaronder grote beeldschermen, flexibele displays, doorzichtige OLED schermen, verwerking van OLEDs in kledingvezels, … Europa bekijkt momenteel of OLEDs als openbare verlichting gebruikt kunnen worden en Amerikaanse wetenschappers onderzoeken de mogelijkheid van ‘OLED verf’ waarmee je een beeldscherm zomaar op de muur kan schilderen. Klinkt indrukwekkend, maar wat zijn OLED’s nu juist?

De technologie
OLED is de afkorting van Organic Light Emitting Diode. Het is met andere woorden een simpele lichtgevende halfgeleider op basis van organische stoffen. Om maar meteen met het grootste misverstand komaf te maken: organisch wil niet zeggen biologisch. Veel mensen denken bij de term ‘organisch’ meteen aan levende, natuurlijke stoffen, maar niets is minder waar. Organische stoffen is de verzamelnaam voor alle koolwaterstofverbindingen, ofte zowat alle producten die de chemische industrie uit aardolie produceert. In dat opzicht zijn LCD’s ook organisch, maar bij OLED wordt ‘organisch’ expliciet vermeld om het verschil met gewone LED’s, die uit metaalkristallen bestaan, aan te duiden.

Plooibaar OLED schermpje
OLED’s komen dus uit een chemische fabriek, en dan nog wel in een semi-vloeibare vorm. Hierdoor is het productieproces van OLED beeldschermen redelijk simpel en goedkoop. De OLED-brij wordt verwarmd en vloeibaar gemaakt en dan met behulp van een inkjetproces op een plaat, het zogenaamde substraat, geprint. Dit substraat kan een stevige kunststof zijn om bijvoorbeeld een televisiescherm mee te maken, maar kan ook flexibel PET zijn. Als je het substraat buigt, buigen de OLEDs gewoon mee. Buigbare en zelfs oprolbare beeldschermen worden hierdoor mogelijk.

OLED’s zenden zelf licht uit, en de chemische samenstelling ervan bepaalt de kleur. De OLEDS zijn slechts enkele moleculen groot en zijn dus niet vergelijkbaar met gewone LEDs. De vloeibare OLED-materie wordt tussen twee doorzichte geleiders, meestal van indium tin oxide (ITO) en aluminium, aangebracht. Deze geleiders kunnen met hetzelfde inkjet printproces op het substraat worden aangebracht. Op de ene geleider wordt een positieve lading aangebracht, op de andere geleider een negatieve. De positieve en negatieve ladingen reizen door de OLED materie naar elkaar toe en neutraliseren elkaar. De energie die hierbij vrijkomt wordt in licht omgezet.

Doorsnede OLED (Philips)
De voordelen die OLED's op traditionele TFT LCD's biedt zijn haast eindeloos. Om te beginnen straalt een
uitgeschakelde OLED geen licht uit. Een zwarte pixel is dus echt zwart (zie ook SED) en niet donkergrijs zoals op een LCD. Ook de contrastratio’s worden astronomisch hoog, tot 1.000.000:1. Omdat OLEDs zelf licht uitstralen is er ook geen nood meer aan een backlight, de lamp die zich achterin een LCD beeldscherm bevindt. Hierdoor worden de schermen zeer dun en verbruiken ze zeer weinig stroom. Dit laatste is ook de reden waarom je al frequent OLED schermpjes in draagbare toepassingen zoals GSM’s en MP3-spelers terug kan vinden.

Oled scherm CES beurs
Bij een LCD wordt meer dan twee derde van het licht van de backlight geabsorbeerd door allerhande filters. 
Dit zorgt ervoor dat dergelijke beeldschermen slechts in staat zijn 40 tot 75% van het volledige 16,7 miljoen kleuren tellende NTSC kleurenspectrum weer te geven. OLEDs daarentegen hebben deze beperking niet. De afwezigheid van de filters zorgt er ook voor dat de zichtbaarheidshoek van een OLED scherm 90° benadert, zonder vervorming of beeldverlies. De reactietijd van een OLED bevindt zich in de rangorde van enkele honderdsten van een milliseconde, terwijl deze van een LCD pixel zich in de milliseconden bevindt.

Momenteel onderzoekt men de Stacked OLED technologie, waarbij drie gekleurde OLED’s achter (bovenop) elkaar gestapeld worden. Bij een LCD worden de drie kleurensubpixels (rood, groen en blauw) naast elkaar geplaatst. SOLED zorgt ervoor dat de resolutie van het beeldscherm drie keer zo hoog ligt als dat van een even groot LCD scherm. Ook de kleurenweergave verbetert drastisch.

Een andere technologie is Transparent OLED dat in staat is invallend licht (gedeeltelijk) door te laten. Deze technologie biedt grote mogelijkheden aan beeldschermen die in daglicht (buitenshuis) gebruikt moeten worden. Het invallend zonlicht wordt gewoon doorgelaten in plaats van teruggekaatst waardoor een TOLED beeldscherm in direct zonlicht even leesbaar als een krant is.

Toshiba OLED scherm
Maar… Natuurlijk moét een verhaal dat zo veelbelovend als OLED klinkt een maar hebben. Bij OLED is
de maar drievoudig. Allereerst is er de kwestie van de levensduur. Organische halfgeleiders hebben een relatief beperkte levensduur en zo gaan OLEDs momenteel slechts 5.000 uren mee. Om commercieel levensvatbaar te zijn moet een beeldscherm vandaag de dag toch minstens vier keer zo lang mee gaan. Recent is men er in geslaagd deze levensduur voor de meerderheid van de OLED’s te bereiken, maar de blauwe OLED blijft nog steeds het zorgenkind.

De volgende maar betreft het milieu. In deze Kyototijden (markant detail: één van de OLED onderzoeksinstituten bevindt zich in Kyoto) speelt de impact op het milieu een grote rol. De productie van OLEDs is nu niet meteen de meest propere tak van de chemische industrie. Ook het gebruik van het chemische element Indium, dat nauw verwant is aan Cadmium, kan in de toekomst wel eens een probleem vormen (noot: ook LCD’s gebruiken Indium). Momenteel onderzoekt men zinkoxide en koolstof nanobuisjes als alternatief.

De derde maar heeft betrekking tot onze portefeuille. Alhoewel OLED beeldschermen theoretisch goedkoper dan LCD’s moeten zijn (dankzij het relatief eenvoudige inkjetproces) is dit in de praktijk verre van zo. Vooral het chemische productieproces speelt de bedrijven momenteel nog parten. Dit is ook een van de redenen waarom we enkel nog maar kleine OLED schermpjes op de markt hebben gezien. Het productieproces staat nog niet op punt en kost momenteel nog te veel. Wat de kleine schermpjes voor draagbare toepassingen betreft, zijn er gelukkig al veel vorderingen gemaakt: deze beginnen de prijs van een vergelijkbaar TFT-schermpje te benaderen.

Sony OLED mini TV
Wat de prijsimpact van grote OLED schermen zal zijn is nog niet duidelijk, simpelweg omdat deze nog niet
productieklaar zijn. Sony brengt dit najaar alvast kleine 11″ OLED televisies op de markt, volgens het bedrijf tegen ‘een veelvoud van de prijs van een vergelijkbaar scherm’. Het is Sony dan ook te doen om de OLED productie zo snel mogelijk op te starten en uit te bouwen. Eens dit op kruissnelheid zit zou de prijs sterk moeten dalen.

Naast Sony vormen Samsung en LG, is Philips de koplopers in het OLED-strijdperk. Deze laatsten hebben onlangs enkele prototypes aan het publiek getoond, waaronder een buigbaar scherm en eentje met een dikte van slechts 150 nanometer (de dikte van een mensenhaar). Ook General Electric, het tweede grootste bedrijf ter wereld, heeft zich volledig op OLED gestort. Zij zijn vooral geïnteresseerd in militaire (waaronder head-up displays) en verlichtingstoepassingen. Zo onderzoeken ze een OLED-verf die je op de muren kan schilderen. Hierdoor geven de muren een egaal en uniform licht af, dat veel efficiënter dan traditionele verlichting is (en ook geen schaduwen maakt). Toshiba, dat SED heeft laten varen, concentreert zich nu ook op OLED. Andere bedrijven onderzoeken dan weer de verwerking van OLED's in kledingvezels, om zo ‘adaptieve’ kleding te maken. De mogelijkheden zijn werkelijk legio.

Voor en nadelen
Zeer duur
Ultra-hoog constrast
Korte levensduur
Lage responstijd
Milieuvriendelijk
Laag verbruik
Geringe dikte
Full Color mogelijk
Veel toepassingsmogelijkheden
Prijs is nog niet gekend

Conclusie
Tot op heden is OLED de meest belovende nieuwe beeldschermtechnologie die er is én heeft deze al concrete resultaten opgeleverd. OLED staat echter nog steeds in zijn kinderschoenen, en wie zich een OLED-beeldscherm wil aanschaffen zal nog wat geduld moeten uitoefenen. De eerste ‘grote’ schermen (19″ en groter) worden voor volgend jaar verwacht, tegen een meer dan waarschijnlijk astronomische prijs. Het zal sowieso nog enkele jaren duren vooraleer OLED gemeengoed geworden is, maar het ziet er in ieder geval goed uit. OLED is ook een technologie die veel meer dan puur beeldschermen omvat. We gaan deze technologie in de toekomst in heel wat vormen nog terugzien.

LCD (TFT) beeldschermen

De technologie
Een lcd-tv is een scherm dat wordt belicht door neonlampen die er langs de achterkant op gemonteerd zijn. Vooraan zitten kristallen die het licht wel of niet doorlaten. LCD is immers de afkorting van Liquid Crystal Display. Het scherm van een lcd-tv is opgebouwd uit 2 glasplaten met vloeibare kristallen ertussen. Die kristallen reageren op elektronische golven, en dit volgens het soort licht en de intensiteit ervan. Elke pixel in de lcd-tv bestaat uit 3 vloeibare kristallen. Afhankelijk van de elektrische spanning die door de lcd-tv heen loopt, blokkeren de kristallen het licht of laten het juist door. Op deze manier wordt het beeld op uw lcd-tv gevormd. Het kost de lcd-tv veel moeite om deze kristallen aan te sturen, met als gevolg beeldvertraging (bijvoorbeeld tijdens het zappen). Meer info over deze technologie vindt je onderaan.

De trend
De ontwikkeling van LCD heeft er al een lange weg op zitten en is nog steeds bezig. Momenteel zitten we aan de zevende generatie TFT LCD’s. Bij iedere generatie verbeteren de eigenschappen zoals kleurweergave, reactiesnelheid en contrast wel. Deze laatste twee vormen nu geen echt probleem meer, maar met de kleurweergave kan het nog altijd beter. Wie een plasma of beeldbuis naast een LCD zet zal onmiddellijk opmerken dat de kleuren van de LCD wat fletser zijn. Dit is een probleem die men tegenkomt met de hedendaagse LCD’s, maar binnenkort zal dit compleet veranderen.
LCD beheerst de markt van de flatscreens. De meeste schermen die vandaag over de vloer gaan, zijn lcd's. Maar het is de vraag of dat wel zo terecht is. LCD kom je ook tegen in schermen voor PC's en laptops, de optie Cristel Bryte is hierbij een absolute must zo zijn de vroegere platte TFT schermen al lang weer verleden tijd. Met de vernieuwde interesse in flat panels schakelden producenten van LCD monitoren, die toen nagenoeg exclusief in laptops gebruikt werden, de ontwikkeling van hun technologie een trapje hoger. LCD beeldschermen waren dunner, energiezuiniger en goedkoper dan hun plasmabroertjes. Hun helderheid, contrastratio en reactietijd lieten echter nog veel te wensen over.
Desalniettemin begon LCD aan een gestage opmars, vooral wat de kleine beeldschermen betrof (<22″). In 2004 reikten de paneelbreedtes van LCD al tot 60″ en ieder jaar kwam er een goede 20″ bij. Op de CES beurs van dit jaar pakte fabrikant Sharp uit met een 108″ LCD, 5″ groter dan de grootste plasma. Samen met de paneelgroottes stegen ook de technische prestaties van de LCD technologie. Helderheid en contrast werd hoger, responstijd lager, … Vooral hun lagere prijzen deden de consumenten echter plooien. Vandaag de dag is het leeuwendeel van de flat panels van het LCD type.

De troeven
Qua kwaliteit heeft lcd een hele grote afstand op plasma goedgemaakt. Objectief scoren de schermen iets minder voor contrast en kleurechtheid. Maar toch zijn er consumenten die lcd in eenzelfde schermgrootte verkiezen boven plasma. De regel dat plasma de must is als je groter gaat dan 36 inch, gaat niet meer op. Ook full-HD lcd-tv's van 50 inch en meer bieden vandaag een uitstekende beeldkwaliteit. In ruimtes waar veel licht binnenvalt, scoren lcd-schermen iets beter dan plasma dankzij de grotere lichtsterkte.

Voor en nadelen
Bij lcd-tv's staan de neonlampen langs de achterkant altijd aan. De mate waarin het licht wordt doorgelaten, wordt dus bepaald door kristallen aan de voorkant. Daarom halen lcd-schermen nooit hetzelfde contrast als een plasma-tv. Vergelijken in een grote winkel is dus de bootschap. Door met de intensiteit te spelen kan een zeer rijke kleurenpracht gecreëerd worden, iets waar LCD’s nog steeds niet aan kunnen tippen. Het plasma reageert ook zeer snel op een wisselende spanning aan de elektrodes, waardoor de reactiesnelheid zeer hoog ligt. Omdat een gedeactiveerde plasmapixel geen licht uitstraalt is ook het contrastratio zeer hoog. Nadelen zijn dan weer het relatief hoge verbruik (alhoewel bij grote panelen zowel LCD als plasma ongeveer hetzelfde verbruiken) en de kans op inbranden van het beeld. Vooral het hoge verbruik en de kostprijs voor kleine panelen speelt in het nadeel van plasma. Fabrikanten houden liever slechts één type beeldscherm over, dat ze zowel voor mobiele als vaste toepassingen kunnen gebruiken. Plasma verbruikt teveel, is te groot en te duur om de relatief kleine schermen voor mobiele toepassingen te maken. De laatste tijd sluiten dan ook meer en meer plasma productielijnen hun deuren. LCD is duidelijk de commerciële winnaar van het duel, alhoewel het op de technische kant minstens gelijk op gaat.

Voordelen:
- goedkoper dan plasma-tv’s
- in kleine maten leverbaar
- lcd-tv's hebben vaak een iets hogere resolutie dan een plasma-tv (behalve bij Full HD, dat is bij beide tv’s gelijk)
- lager energieverbruik dan de plasma-tv
- weinig last van lichtweerkaatsing: de lcd-tv is dus handig als u tv wilt kijken in een felverlichte ruimte of bij zonlicht
- levendigere kleuren
- hoog contrast tussen de kleuren
- goede responstijd

Nadelen:
- Tijdens het zappen kan er beeldvertraging optreden
- de ‘dode’ pixels in de lcd-tv zijn niet te repareren
- inbranden van het beeld komt regelmatig eens voor
- bij oudere lcd-tv’s is het beeld niet vanuit elke kijkhoek even goed zichtbaar. De nieuwste lcd-tv’s hebben hier geen problemen meer mee
- grote prijs voor kleinere schermen, prijs per vierkante centimeter ligt hoger bij kleine schermen dan bij grote schermen
- niet genoeg keuze in afmetingen voor kleinere panelen

Waar op te letten bij de aankoop van een LCD-TV

Beeldformaat
Een lcd-tv of plasma-tv is in vele maten te verkrijgen. De kleinste lcd-tv’s zijn rond de 40 cm groot en de grootste schermen zijn zo’n 107 cm groot. Lcd-tv’s zijn verkrijgbaar in 4:3 en 16:9 (breedbeeld).

Contrastwaarde
Contrastwaarde of contrastratio betekent dat kleuren die veel op elkaar lijken, zoals donkergrijs en zwart, lastiger te onderscheiden zijn. Hoe hoger de ratio, hoe beter de kleuren zijn te onderscheiden.

Frequentie
Hoe prettig het kijken naar de lcd-tv of plasma-tv is, hangt af van de rust van het beeld. De frequentie, oftewel de regelmaat waarmee het beeld ververst wordt per seconde, wordt aangegeven in Hertz. Voor de frequentie geldt: hoe hoger het aantal Hertz, hoe beter. Vanaf ongeveer 70 Hertz heeft uw lcd- of plasma-tv een rustig beeld. Een lcd-tv met 100 Hertz geeft op dit moment het scherpste en rustigste beeld.

Resolutie
De gemiddelde lcd- of plasma-tv heeft 576 beeldpunten, pixels. Met deze resolutie kunt u prima tv kijken, maar door de sterk verbeterde kwaliteit van de het digitale tv-kijken is ook de resolutie van de nieuwste lcd-tv’s en plasma-tv’s sterk toegenomen. Hierdoor kunt u nog scherper en rustiger beeld ontvangen, waardoor u nog meer kunt genieten van uw nieuwe plasma- of lcd-tv. De hoogste beeldkwaliteit heet Full HD en heeft een resolutie van 1920 x 1080. Dit is de resolutie van de toekomst. Schermen van lcd-tv ’s en plasma-tv’s met een lagere resolutie zijn dus niet Full HD, maar kunnen dit wel ontvangen als het minimale aantal beeldlijnen hoger is dan 720. In dat geval is uw plasma- of lcd-tv HD-ready.

LED en OLED voor UHD en 4k televisie
LED en OLED schermen vallen ook onder de noemer van LCD technologie maar zijn voorzien van LED's om het beeld te vormen. Dit zijn wat meer gesofistikeerde technologieën die het mogelijk maken om nog scherper beeld te verkrijgen. OLED is dan weer een technologie waarbij er geen backlight meer gebruikt wordt maar waarbij de LED's lokaal gedimd kunnen worden voor een nog beter contrast. Deze technologieën komen in aanmerking voor UHD of Ultra High Definition en 4k televisie.

Welke technologie is er nu interessant om aan te kopen - conclusie over de TV technologieën

De aankoop van een lcd-tv of plasma-tv is een hele opgave. We komen om in de overvloed aan informatie en de technische termen vliegen ons om de oren. Waar moet u precies op letten als u een lcd- of plasma-tv koopt? Hoe kunt u de plasma- of lcd-tv het beste ophangen? Welke kijkafstand moet u aanhouden bij uw lcd- of plasma-tv? En wat is Full HD en HD-ready? Hier volgen een aantal belangrijke tips waar u rekening mee moet houden bij het kopen van lcd-tv of plasma-tv. Voor veel consumenten beperkt de aankoop van een nieuw televisiescherm zich nog altijd tot de keuze tussen plasma en lcd. Ten onrechte, want er is een derde speler in opmars: de led-televisie. En zelfs al een vierde: 3D-televisie, de hype van het moment. Wij zetten de verschillen tussen de drie systemen op een rij en geven tips voor de aankoop van uw volgende televisiescherm... we vergeleken en deden testen. Onderaan deze pagina bevindt zich de meer gespecialiseerde uitleg van de soorten technologie gebruikt om TV-schermen te maken.

VOORLOPIGE CONCLUSIE
Plasma is een technologie die op gebieden zoals kleur en contrast boven TFT LCD uitsteekt, maar hoe je het ook draait of keer, het is aan het uitsterven. Momenteel is plasma al door de LCD monitoren verbannen naar de paneel groottes die met LCD (nog) niet mogelijk zijn en dus voorbehouden voor de mensen met een grote portefeuille. De bastions van kleur en contrast die plasma nu nog heeft zullen bovendien niet lang meer standhouden: niet alleen doet OLED het beter dan plasma, ook de nieuwe incarnatie LCD beeldschermen met LED backlights evenaart de prestaties van plasma, en dat tegen een goedkopere prijs. Voor wie echt nog een plasma wil: get them while you can. Voor wie de prestaties van een plasma tegen een goedkopere prijs wil en nog wat kan wachten: LCD met LED backlighting is your thing. LCD mag dan al een eindje meegaan, de evolutie is verre van gedaan. Wat ons betreft is LCD met LED backlighting dé kanshebber als meest succesvolle beeldschermtechnologie voor de komende tijd, of toch alvast tot OLED er aan komt. De kleuren en helderheid van een plasma tegen de prijs van een LCD, en dat met een lager stroomverbruik en geringere diktes. De fabrikanten van mobiele toepassingen kunnen hun geluk alvast niet op en tegen enkele maanden zullen ook de desktopfabrikanten volgen. Om in het oog te houden dus. Maar met er rijst dezer dagen nog een andere vraag op: 3D-televisie, voorlopig zeer duur maar voor de liefhebbers van het eerste uur, op de pagina 3D-televisie kunt u al de volgende generatie schermen bewonderen en alle technieken die hiervoor nodig zijn. Wat betref 3D televisie die dezer dagen zeer gehyped wordt zal er nog veel moeten veranderen voordat we met zijn allen optimaal naar 3D beelden zullen zitten staren, in de cinema kan het al volop met films als avatar en de Disney film up.

DE PRIJS
Wij vinden het interessant dat TV fabrikanten voor het ogenblik een hogere prijs vragen voor LED-backlighting terwijl veel goedkopere toestelletjes, zoals gsm's en netbooks, ook LED's gebruiken. Volgens Samsung kosten LED backlight's momenteel 3 keer zoveel in grotere maten dan het gelijkwaardige CCFL gamma, en dit is meestal te wijten aan door een lager aantal fabrikanten die deze technologie fabriceren. Men haalt er wel de energiefactuur mee omlaag omdat deze led's geen energie gebruiken wanneer ze zwart moeten tonen (ze worden gewoon uitgeschakeld). De voorspellingen zijn dat wanneer de technologie nog wat meer bekendheid verkrijgt, de andere merken ook meedoen en er meer competitie zal ontstaan tussen de merken, de prijs zeker nog zal dalen.

Een aantal LED-backlit schermen die wij al hebben gezien zijn zeer goed, terwijl we vroeger steeds voor plasma kozen. De combinatie van zeer fijn design en een scherpe beeld-kwaliteit zal zeker zeer geliefd worden bij vele mensen. Als je nog steeds meer wil te weten komen kun je terecht op onderstaande video die genomen werd op de CES 2009 beurs, het gaat over de Samsung LED LCD's.

HOE ZIET DE TOEKOMST ER MOMENTEEL UIT
Natuurlijk staat de technologische evolutie nooit stil, en wie weet wat er in de toekomst nog allemaal ontworpen zal worden. De in deze reeks besproken technologieën zijn echter redelijk future proof en de kans is klein dat er nog ergens vanuit het niets een nieuwe technologie komt opgedoken. De meeste nieuwe ontwikkelingen leggen zich bovendien al toe op méér dan een beeldscherm alleen: holografische en 3D toepassingen worden al druk onderzocht. 2010 zal het jaar zijn dat 3D televisie zijn intrede doet. Dus als u voluit zou willen genieten van 3D-beelden hou er dan rekening mee dat u zich een televisie aanschaft die 3D-ready is. Wat u hier allemaal voor nodig hebt kunt u op de pagina van 3D-televisie en 3D-cinema terug vinden.